Zoals al aangaf in het nawoord van ‘Les Observations’ van Saint-Redistribution gevonden (deel 2) was ik van plan om ook mee te doen met de schrijfwedstrijd van Schrijverspunt.nl ‘100 jaar oorlog en dan’.
Ik heb mijn verhaal van bijna 1000 woorden ingezonden en je kan er op stemmen tot eind juni. Zie: De verloren observaties van kolonel Saint-Redi.
De beste 20 verhalen komen bij voldoende algehele kwaliteit in een bundel terecht. Iets wat men bij Schrijverspunt.nl regelmatig doet.
Hier het ‘missende’ stuk over kolonel Saint-Redi 🙂
De verloren observaties van kolonel Saint-Redi
Moeizaam door zijn metalen kunstbeen, maar met een grote grijns op zijn gezicht beklom kolonel Eugène Saint-Redi de vliegtuigtrap van het Air France toestel. Het was hem gelukt. Eindelijk was het hem gelukt. Na bijna 10 jaar onderzoek had hij vandaag de ultieme doorbraak in zijn levenswerk gemaakt. En wie had gedacht dat de sleutel daarvan hier in Afrika lag. In Abidjan, de hoofdstad van de jonge republiek Ivoorkust. Quelle surprise!
Het voelde veel langer, maar het was nog maar een week geleden dat de Grand Administrateur vanuit de kazerne in Aubagne, met taxi naar het vliegveld van Marseille reed. Een dag later was hij met een gewone lijnvlucht deze bruisende Afrikaanse Franstalige miljoenenstad aangekomen. Een lijnvlucht en niet een militair vliegtuig, zoals gebruikelijk was bij hogere Franse officieren in het Vreemdelingenlegioen. Nee, hij reisde gewoon in een burgertoestel, want hij had verlof. Sinds zijn aanvaring met de Legioengeneraals over zijn eerdere bevindingen en bizarre maar onweerlegbare conclusies moest hij zijn monnikenwerk in het geheim voortzetten. Al zijn vakanties, weekenden besteedde hij aan zijn onderzoek. Steeds verbetener, deels door het verbod, maar vooral ook omdat hij steeds meer verlangde naar het verlossende antwoord op de vraag of een oorlog inderdaad onvermijdelijk was in het menselijk bestaan, of dat er een uitweg bestond.
Het vliegtuig vertrok zonder vertraging aan de reis naar Marseille. Het toestel was redelijk gevuld, voornamelijk met zakenlieden en er hing een vriendelijke sfeer in het toestel. Al snel was het toestel op hoogte en begon het personeel met het serveren van warme maaltijden.
Met een goed gevulde maag besloot de kolonel even zijn ogen te sluiten. Het waren vermoeiende dagen geweest. Al snel dwaalde zijn gedachten af naar de lange zoektocht die hij gemaakt had. Deze was begonnen in Aubagne vlak na zijn terugkomst uit Indochina, waar hij de verantwoordelijkheid kreeg over de archivering en controle van de administraties van alle buitenlandse militaire kazernes. Hij ontdekte al snel dat er in de kasboeken van kazernes, soms plotse prijsstijgingen van gebruiksgoederen stonden. Bij navraag, bleken deze toenames te komen omdat de koloniale Franse toeleveranciers hun investeringen afbouwden, angstig door kleine maar snel oplopende lokale spanningen. Deze spanningen zouden altijd na eenzelfde tijd, drie jaar en één maand eindigen in een gewapend conflict, waarbij het Vreemdelingenlegioen aan de bak moest. Dat patroon had hij ontdekt door alle kasboeken uit de honderdjarige geschiedenis van het Legioen te laten controleren. Maar de uitzondering waren de jaren vlak voor de onafhankelijkheid van Ivoorkust. Vandaar zijn reis naar het Afrikaanse land.
Saint-Redi dacht met genoegen terug aan het bezoek aan de Ivoriaanse president Houphouët-Boigny. Hij was nog even bang geweest dat de legerleiding in Aubagne, of nog erger Parijs er een stokje voor zou steken. Maar gelukkig hadden ze het niet opgemerkt. De president ontving hem met alle egards, vermoedelijk omdat hij op de hoogte was gebracht van zijn eervolle prestaties in de slag om Algerije tijdens de Tweede Wereldoorlog, of daarna in Frans-Indochina.
De kolonel werd niet graag aan die tijd in Afrika herinnerd. Het Legioen was toen net als Frankrijk tot op het bot verdeeld. Ondanks de slechte afloop was zijn tijd in Frans-Indochina als infanterist en aan het eind als parachutist hem dierbaarder. Natuurlijk verloor hij in de finale slag om Dien Biên Phu zijn been en vele van zijn maten, maar hij herinnerde zich nu vooral de mooie momenten met die geweldige onverschrokken kerels uit zijn peloton. Uit alle hoeken en gaten van de wereld waren zij om allerlei vreemde redenen, aangetrokken door de romantiek van het Legioen.
Nee, oorlog was verschrikkelijk, wist hij nu als geen ander en zou voorkomen moeten worden. Tijdens de weken durende vlucht voor de Viet Minh in de jungle vroeg hij zich vaak af, waarom hij zo stom was geweest om in 1938 boos na de zoveelste ruzie met zijn vader, zijn ouderlijk huis in Haguenau te ontvluchtten. Maar hij had het overleefd. Hij had het overleefd!
Ondanks alle vriendelijkheid en oprechte interesse in de opmerkelijke bevindingen van de kolonel, kon de president Saint-Redi niet verder helpen. Nee, de doorbraak kwam de volgende dag. In de lobby van het net geopende Hotel Ivoire ontmoette hij de zakenman Antoine Filidori. Filidori, een belangrijk man in Ivoorkust, snapte direct waarop hij doelde. Het waren klaarblijkelijk zijn vruchtbare inspanningen geweest, die Ivoorkust als grote uitzondering binnen het vervallende koloniale Franse rijk, zonder enig militair geweld naar haar onafhankelijkheid brachten.
De grote positieve afwijking, die Saint-Redi pas een paar maanden eerder in de Legioen archieven had ontdekt, was verklaard en tot zijn vreugde eenvoudig te herhalen. Oorlog kon met een nogal tegenstrijdige klinkende actie voor altijd overal vermeden worden.
“Pardon, capitain? Bent u wakker? … De piloten vragen of u misschien in de cockpit wilt langskomen,” vroeg een vriendelijke stem aan Saint-Redi. De kolonel opende zijn ogen.
‘Madame, het is kolonel, maar wist u vast niet. De piloten zegt u? Maar ik ken helemaal niemand van uw maatschappij,’ antwoordde de verbaasde kolonel aan de knappe stewardess.
‘Oh, maar ze zeiden dat ze u van vroeger kenden. Toen ze nog piloten waren in Indochina. Tijdens de oorlog. Ze hadden uw gezicht herkend bij het boarden.”
“U maakt me nieuwsgierig, madame. In dat geval ga ik graag even bij ze langs.”
Hij liep wankelend naar voren, steunend op de rugleuningen, af en toe wachtend om de andere stewardessen in het smalle gangpad de gelegenheid te geven hem te laten passeren. De kolonel klopte op de deur van de cockpit en na een onverstaanbaar antwoord drukte hij de klink naar beneden.
Pas een week later werd de Toearegleider ondervraagd door Malinese en Franse bergingstroepen. Vereerd door alle aandacht, vertelde hij opnieuw zijn verhaal, inclusief de vele onnodige uitweidingen om zijn autoriteit te benadrukken.
Hij had eerst een grote lichtflits in de lucht gezien en toen was het toestel in grote stukken naar beneden gekomen. Op nog geen half uur lopen afstand was het neergestort.
Het vliegtuig zonder overlevenden, bleek bij hun aankomst volledig gestript, vermoedelijk door mensen van dezelfde Toearegleider.
UPDATE 29 juli 2014
——————-
Mijn verhaal wordt samen met 25 andere opgenomen in de verhalenbundel. Vanaf september 2014 te koop op bol.com, Bruna en nog vele andere boekhandels. 🙂
Jury-rapport door Patrick Bernauw leest ook leuk weg (zie hier).
Recente reacties